De laatste minuut: scoren Duitsers vaker? (2)

Herkomst van de Mythe

Waar komt de gedachte vandaan dat Duitsers altijd in de laatste fase van een wedstrijd scoren? Een eerste indicatie van de bestaansgrond van de mythe kunnen we terugvinden in de wedstrijden van het Duitse team tijdens het Wereldkampioenschap van 1954 in Zwitserland. In alle wedstrijden die tijdens dit kampioenschap wordt gespeeld wordt door het team van coach Sepp Herberger in de laatste tien minuten gescoord. Alleen in de replay tegen de Turken valt de laatste Duitse goal al in de 79e minuut, maar dan staat men ook al met 7-1 voor! Ook in de finale tegen de Hongaren scoort het team van Herberger laat in de wedstrijd (84e minuut) de winnende treffer. Niet voor niets is de volgende uitspraak van Herberger legendarisch: ‘Een wedstrijd duurt negentig minuten.’

Het WK van 1954 geeft aan hoe goed de conditie van spelers onder Herberger was. Zijn trainingsmethoden waren rigoureus en zwaar, maar betaalden zich bijna altijd uit. Hoewel de statistieken dus al in 1954 konden uitwijzen dat de kracht van de Duitsers in de laatste fase van een wedstrijd groot was, denk ik niet dat de mythe van de laatste minuut daar haar bron heeft. De periode na het behalen van het wereldkampioenschap verloopt voor het team namelijk desastreus, met de ene na de andere nederlaag.  Pas tijdens het WK van 1958 herpakt het team zich, knokt zich vijf maal uit achterstand terug en wordt uiteindelijk toch nog vierde.

De echte mythe lijkt in 1966 ontstaan te zijn tijdens het wereldkampioenschap in Engeland. De Duitsers scoren in de finale in de allerlaatste seconden van de reguliere speeltijd de gelijkmaker. Desondanks verliezen zij de finale met 4-2, onder meer door het beroemde c.q. beruchte Wembley-doelpunt. Een bal tegen de lat van Geoff Hurst stuit vóór of achter de lijn ui het doel. Volgens de Duitsers geen treffer, volgens de Engelsen en de scheidsrechter wel. Tot op heden voelen de Duitsers zich door de scheidsrechter bestolen, een gevoel dat Hongaren en Nederlanders overigens maar al te goed herkennen. Hoewel de Duitsers in de periode tot het WK 1970 regelmatig in de laatste tien minuten scoren, krijgen ze ook regelmatig belangrijke doelpunten in deze fase tegen. De echte ‘doorbraak’ van de mythe van de laatste minuut is in mijn ogen daarom het wereldkampioenschap van 1970 in Mexico.

In de kwartfinale tegen de Engelsen weet het team van Helmut Schön een 2-0 achterstand goed te maken, waarbij Uwe Seeler in de 82e minuut een van zijn bekendste doelpunten ooit maakt, een kopbal met zijn uiterst kale achterhoofd: 2-2. In de verlenging scoort de doelpuntenmachine Gerd Müller een van zijn tien doelpunten tijdens dit toernooi. De Duitsers staan in de halve finale tegen de Italianen. Het wordt een van de spannendste wedstrijden ooit op een WK gespeeld. Na een vroege gelukstreffer van Roberto Boninsegna krijgen de Azzuri al vroeg in de wedstrijd de door hen zo gewenste voorsprong. Een ideale uitgangspositie voor een elftal dat toentertijd volledig uitging van de meeste verdedigende tactische variant ooit, het catenaccio. Uitgerekend de in Italiaanse dienst spelende keiharde en zelden scorende verdediger Karl-Heinz Schnellinger scoort, niet zo maar in de laatste minuut, maar letterlijk in de laatste seconde. In de verlenging, de beste ooit gespeeld, scoren beide teams er nog lustig op los. Eindstand 4-3 voor Italië. Ondanks de nederlaag blijkt tijdens dit kampioenschap dat Duitsers pas verslagen zijn als het eindsignaal definitief heeft geklonken.

Mocht het optreden van het nationale elftal nog niet voldoende voedingsbodem aan de mythe hebben gegeven, dan is er altijd nog de Europa-Cup finale van 1974 tussen Atletico Madrid en Bayern München. Na een wedstrijd die het aanzien niet waard is komen de Madrilenen verdient op een 1-0 voorsprong  in de tweede helft van de verlengingen (114e minuut). Maar in de 199e minuut scoort Georg ‘Katsche’ Schwarzenbeck met een kansloos lijkend wanhoopsschot van ongeveer 35 meter. De keeper van Atletico duikt op een onverklaarbaar knullige wijze over de bal heen. Omdat er toentertijd waren er nog geen beslissende strafschoppenreeksen waren voor finales van de Europa Cup 1, volgt twee dagen later (!) een replay die Bayern eenvoudig met  4-0 wint. Voor Bayern was de treffer van Schwarzenbeck van levensbelang, omdat de club in de Bundesliga was afgezakt naar de 10e plaats en het volgend jaar geen Europees voetbal zou spelen als de Cup niet werd gewonnen. Het resultaat weten we. Bayern wint na de goal van Schwarzenbeck driemaal op rij de Europa Cup 1.

Dit is deel 2 van de serie: De laatste minuut, scoren Duitsers vaker, gebaseerd op 'De laatste minuut, de 7 mythen van het Duitse voetbal' van Gyuri Vergouw.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>