Het lootgeluk van de Duitsers

Vanavond spelen Duitsland en Oostenrijk tegen elkaar, beslissend voor welk land door zal gaan naar de kwartfinale. Je zou bijna gaan denken dat groep B de groep des doods is, niets is natuurlijk minder waar. De Duitsers zullen met 99,5% zekerheid vanavond de Oostenrijkers over de knie leggen (nulletje of 4?) en dit als grootse prestatie vieren. Terwijl de Oostenrijkers na dit EK waarschijnlijk weer buiten de top 100 van de FIFA zullen gaan belanden. Hoezo Angstgegner? En hoezo 'geluk bij de loting'?De tijd dat wedstrijden tussen Duitsland en Oostenrijk het beste te bieden hadden van wat het voetbal rijk is, ligt al vele decennia achter ons. Voor de Tweede Wereldoorlog behoorden de Oostenrijkers nog tot de wereldtop, daarna is het land stap voor stap afgegleden naar de middelmaat. In 1978 had het land tijdens het WK in Argentinie nog een uitschieter dankzij Krankl en Prohaska. Nadat de Oostenrijkers de Duitsers in Argentinie verslaan met 3-2, spreken onze oosterburen van 'De schande van Cordoba'. Sindsdien spreekt alleen de schandaalwedstrijd van het WK uit 1982, waar beide landen de bal meer dan een uur heen en weer schoven om gelijk te spelen en zodoende verder te komen, tot de verbeelding. Kortom, als Duitsland niet in zo'n zwakke poule had gespeeld, was het waarschijnlijk nu al uitgeschakeld.

Heeft Duitsland dan zoveel geluk met de loting? Nou, dat heb ik in mijn boek 'De laatste minuut' twee jaar geleden uitgezocht. Ik heb alle toernooien sinds 1954 (EK en WK) geanalyseerd op basis van de kracht van de tegenstanders tot en met de finale. Hoe sterk was de poule waarin de Duisters speelden? Hoe sterk was de kwalificatiegroep bezet? Kwamen de Duitsers de beste tegenstanders al in de achtste of kwartfinales of pas later in het kampioenschap tegen. Neem de WK's van 2002 en 2006, die vooral doordat de Duitsers in de zwakste poules speelden zo succesvol voor hen verliepen (Paraguay; Costa Rica; Equador; Polen; Saudi-Arabie; de V.S.; Zuid-Korea; het zijn niet echt landen om wakker van te liggen).

Ik heb getracht dat eens gesystematiseerd op een rijtje te zetten. Voor een zeer makkelijke poule en loting gaf ik in mijn opzet twee plusjes (++). Dit zou bijvoorbeeld nu het geval zijn geweest in de poule van Nederland. Voor een makkelijke poule een plusje (+), voor een neutrale loting gaf ik niets (0), voor een moeilijke loting een minnetje (-) en voor een zeer moeilijke loting twee minnetjes (--). Over alle kampioenschappen heen heb ik deze scores gegeven, daarbij rekening houdend met de sterkte van de landen in die tijd. Zat je tenslotte in de jaren vijftig met Hongarije in een poule, dan zweette je peentjes. Zit je nu in een groep met de Magyaren, dan mag je van geluk spreken.

Mijn eindscore, inclusief het EK van 2008, komt uit op 17+. Kortom, de plussen zijn ruim in de meerderheid van de minnen. Ja, op basis van mijn inschattingen en scores mag je dus stellen dat Duitsland (tot 1990 natuurlijk West-Duitsland) veel geluk heeft gehad bij de loting voor EK's en WK's.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Marc de Hond
Ik snap je conclusie niet. 17+... een plus is toch een moeilijke loting en een min een makkelijke? Dan hebben ze juist moeilijke lotingen gehad, toch?Volgens mij hadden de duitsers idd altijd makkelijke lotingen.
Gyuri Vergouw
Beste Marc, je hebt helemaal gelijk. Ik heb de betekenis van plusjes en minnetjes in het artikel door elkaar gehaald en inmiddels (nu staat het er goed dus) aangepast. Dank voor de reaktie, waardoor ik het weer begrijpelijk heb kunnen maken!

vg

Gyuri